The Ibogaine Dossier
NYU Conference on Ibogaine Nov 5-6, 1999
Drs. Erik Fromberg
|
Main |
Search |
Science |
Opinion |
Literature |
Links |
Treatment |
Bookshop |
Feedback
IBOGAINE
Drs.E.Fromberg
Trimbos-instituut
Netherlands Institute of Mental Health and Addiction
Overgenomen uit PAN-forum
Inleiding
Mijn eerste confrontatie met het bestaan van ibogaine was
de vermelding ervan in het onvolprezen boek van Emboden: "Narcotic
plants" en dat leerde me niet veel meer dan dat Tabernanthe
iboga, een struik uit west Afrika, een hallucinogeen bevat met
de naam ibogaine, dat deze plant ritueel gebruikt werd en wordt,
hetgeen niet bepaald verrassend is: als een plant hallucinogene
eigenschappen heeft, is het niet ongebruikelijk buiten de westers-christelijke
cultuur om daar dankbaar gebruik van te maken. Verder nam mijn
kennis nauwelijks toe, totdat ik bijna 20 jaar later een briefje
van Simon Vinkenoog ontving, vergezeld van enige papieren die
handelden over het gebruik van ibogaine bij het afkicken. "Als
je in meer geinteresseerd bent, richt je dan tot Howard Lotsof"
schreef Simon laconiek.
Hallucinogenen bij het afkicken was op zich niets nieuws. In de
hoogtijdagen van het klinisch onderzoek naar het nut van LSD waren
immers honderden alcoholisten en andere verslaafden in Amerika
behandeld met LSD, maar het materiaal dat Simon had gestuurd,
prikkelde mijn interesse toch zodanig dat ik een brief naar Howard
Lotsof schreef teneinde meer informatie te verwerven. Lotsof antwoordde
per kerende post en zond uitgebreide documentatie, met name ook
pharmacologische gegevens, waaruit bleek dat was vastgesteld dat
opiaat-afhankelijke muizen die zichzelf morfine konden toedienen,
daarmede ophielden wanneer ze ibogaine kregen toegediend zonder
dat een onthoudingssyndroom optrad. De aan ibogaine toegeschreven
effecten konden dus niet alleen van psychologische aard zijn,
zoals bij de psycholytische therapie met LSD, maar er moest ook
een pharmacologische factor in het spel zijn. Mijn interesse was
definitief gewekt: hier wilde ik meer van weten....
The history of Muma.
"Bandzioku, verloor haar echtgenoot in het oerwoud, toen
deze bij het plukken van vruchten uit een boom viel. Zij slaagde
er niet in zijn lichaam te vinden en ontroostbaar keerde zij terug
naar het dorp. Conform de voorschriften van de stam huwde zij
vervolgens de broer van haar man.
Op een dag ging zij vissen, maar viste met haar net geen vis,
maar menselijke beenderen op: het gebeente van haar eerste man.
Ze legde de botten op de oever, maar een dier nam ze mee. Banszioku
volgde dit dier tot de Kokonangonda grot. Uit de grot riepen de
stemmen van de geesten der doden haar toe: "Bandzioku, wil
je ons zien?"
Toen zij daarop ja zei, gaven de geesten haar opdracht te eten
van de wortel van een plant die in een hoek bij de ingang van
de grot groeide. Toen zij daarvan gegeten had kon zij de geesten
zien en met ze spreken. Onder hen was de geest van haar eerste
echtgenoot.
Voor zij weer terugkeerde naar het dorp vroegen de geesten haar
een offerande en zij gaf hen wat zij aan proviand bij zich had.
De volgende dag stond zij vroeg op, nam proviand mee en ging weer
naar de grot om te offeren en zij herhaalde dit dagen achtereen.
Haar echtgenoot, denkend dat zij een minnaar had, besloot haar
ongezien te volgen.
Toen ze bij de grot aankwam, riepen de geesten "Muma, Muma"
hetgeen aanduidt dat er een niet-geinitieerde aanwezig is. Bandzioku,
denkend dat zij alleen was, draaide zich om en zag haar tweede
echtgenoot. Deze vroeg haar geschrokken tegen wie ze praatte en
ze wees hem de plant en gaf hem van de wortel te eten, zodat ook
hij de geesten kon zien en met hen praten, zo ook met zijn dode
broer.
Toen de geesten ook hem om de verplichte offerande vroegen, gaf
hij hen het weinige dat hij had, maar dat werd door de geesten
afgewezen. Hij had geen andere keuze dan hen Bandzioku aan te
bieden, zoals de geesten ook wilden. Zo werd Bandzioku gewurgd
en geofferd. Toen de man vervolgens naar zijn dorp terugkeerde,
nam hij de plant mee en bouwde er de eerste Bwiti-tempel."
Bwiti.
Deze mythe van de Fang verhaalt de ontdekking van de iboga.
Bandzioku is hoogstwaarschijnlijk een Pygmeeen-vrouw geweest,
want alles wijst erop dat het gebruik van de iboga-wortel daar
vandaan komt. Zij droegen hun kennis over aan de Apindji en de
Mitsogho. Die ritualiseerden het gebruik van iboga-wortel in Bwiti,
een syncretistische godsdienst, welke tribaal-animistische en
christelijke elementen in zich verenigt. De Mitsogho introduceerden
Bwiti in Gabon, door hun volksverhuizing, welke plaatsvond aan
het einde der vorige eeuw. De Fang en andere stammen in zuid-Gabon
namen Bwiti weer van de Mitsogho over en heden ten dage is Bwiti
een godsdienst met vele aanhangers, vooral in Gabon, maar zich
tegenwoordig ook uitbreidend naar Cameroen, Congo, Zaire en Equatoriaal
Afrika, ondanks de weerstand van de katholieke missie.
Hoewel er vele varianten van Bwiti bestaan (bij de Mitsogho is
het een strikt tot de mannen beperkte vorm, terwijl bij de moderne
vorm onder de Fang zowel mannen als vrouwen deelnemen), staat
het gebruik van iboga er overal centraal en wel op twee wijzen.
Enerzijds is er het gebruik in lage doses tijdens de wekelijkse
mis op zaterdag nacht, de ngoze. De iboga wordt als heilige
hostie gebruikt en veroorzaakt een feestelijke, religieuze sfeer,
uitlopend op een collectieve vloed van emoties die nlem myore
(slechts een hart) wordt genoemd, waarbij de mensen een worden:
een staat van symbolische consensus.
Daarnaast vindt het gebruik plaats in hoge dosis bij de initiatie-rite,
welke enkele dagen duurt. Hierbij nuttigt de te initieren persoon
in de loop van 7 a 8 uur een paar honderd gram poeder van de iboga
wortel. Als gevolg hiervan ondergaat het bewustzijn sterke veranderingen
eindigend in verlies van contact met de omringende realiteit:
een directe dialoog met God is het resultaat. Gedurende dit visioen
reist de persoon door het rijk der doden, die bemiddelen tussen
hem en het goddelijke. Naast voorouders en andere overledenen
ontmoet hij Jezus, Maria en andere heiligen. Het visioen heeft
een diepe symbolische betekenis en het is deze directe ervaring
die de basis vormt van de bekering. Je hoeft niet slechts te geloven,
zoals in het Christendom, maar je moet het zelf meemaken.
De westerse wereld.
De eerste wetenschappelijke literatuur over deze plant is
Frans. Het eerste rapport uit 1864 stelt dat de iboga-wortel,
wanneer ze gegeten wordt niet toxisch is, tenzij vers en in hoge
dosis genuttigd. In kleine hoeveelheden is het een afrodisiacum
en stimulans van het zenuwstelsel. Gemeld wordt tevens dat iboga
extract wordt gebruikt door afrikanen bij de jacht en hen in staat
stelt tot twee dagen bewegingloos te blijven staan zonder de alertheid
te verliezen.
Franse onderzoekers namen de eerste exemplaren van deze struik
uit Equatoriaal West Afrika mee en de eerste wetenschappelijke
beschrijving is gegeven door Baillon, die de struik Tabernanthe
iboga noemde op de bijeenkomst van het Linnaeus Genootschap
in Parijs in 1889.
De gelige wortel van deze plant bevat tenminste 12 verschillende
alcaloiden, waarvan de bekendste ibogaine al in 1901 uit
de plant werd geisoleerd door Dybowski en Landrin en door Haller
en Heckel. Het hoogste gehalte heeft de wortelschors (2-6 %),
de bladeren hebben het laagste (0,35%).
Physalix stelt vast dat ibogaine werkt op het centraal zenuwstelsel
en bij de hond hyperthermie en een dronkenschap vergelijkbaar
met het effect van alcohol veroorzaakt. Voorts suggereert hij
op grond van het ongebruikelijke gedrag van de hond dat ibogaine
wel eens hallucinaties zou junnen opwekken. Kortom, deze eerste
pharmacologische studies over ibogaine concluderen dat ibogaine
een stimulerend effect heeft van een ongebruikelijke aard. Dienovereenkomstig
wordt ibogaine aanbevolen als een stimulans, maar wordt nauwelijks
gebruikt. De belangstelling voor ibogaine neemt vervolgens af
om pas aan het einde der dertiger jaren weer aan te wakkeren,
nadat het in de dertiger jaren weer op de markt gebracht werd
als tonicum onder de naam "Lambarene". Het zijn Raymond-Hamet
en Vincent die de biologische werking van ibogaine uitgebreid
gaan onderzoeken en in de loop van circa 20 jaar een zeventiental
papers over de farmacologische werking van ibogaine zullen publiceren.
Raymond-Hamet,,,, bevestigt het stimulerend effect
door vergelijking met cocaine en ephedrine, maar ook remming van
de contracties van de dunne en dikke darm bij resp. konijn en
cavia. Vincent stelt cholinesterase remming vast, hoewel deze
sterker is bij een iboga-extract dan door zuivere ibogaine.
In de vijftiger jaren nemen de amerikanen het werk over. Salmoiraghi
en Page stellen in 1957 vast dat ibogaine net als LSD, mescaline
en andere hallucinogenen de effecten van de neurotransmitter serotonine
potentieren. Nadat ze de extractieprocedure hebben verbeterd,
stellen Bartlett en medewerkers de exacte chemische structuur
vast in 1958. Ibogaine blijkt een indol te zijn, een stof die
inderdaad sterk gelijkt op de neurotransmitter serotonine.
Tezelfdertijd publiceert Schneider 3 belangrijke papers. Hij constateert
dat ibogaine de werking van morfine als pijnstiller versterkt.
Samen met Sigg bevestigt hij de centraal stimulerende werking
van ibogaine zoals eerder door de franse onderzoekers werd vastgesteld:
2-5 mg/kg intraveneus laat een typisch arousal syndroom zien op
het EEG van katten en honden. Sigg nam zelf 200 mg ibogaine oraal
en rapporteert: "Visual hallucinations - blue disks appearing
only in the dark - were accompanied by many other syndromes common
to hallucinogenic intoxication, but no undesirable after-effects,
exhaustion or depression were noted". In een derde artikel
beschrijft hij de cardiovasculaire effecten: de hartfrequentie
wordt verlaagd evenals de slagkracht. In geanaesthetiseerde honden
leidde dit tot bloeddrukverlaging, hoewel zonder anaesthesie de
bloeddruk steeg. Er werd geconstateerd dat het eerste het gevolg
is van een direct remmend effect op het hart, terwijl het laatste
het gevolg is van een stimulerend effect via het centraal zenuwstelsel.
De totale synthese wordt beschreven in 1965 door Buchi.
In 1969 publiceert Naranjo over het gebruik van ibogaine als hulpmiddel
bij psychotherapie in navolging van de afrikaanse "toverdokters"
die iboga ook voor therapeutische doeleinden gebruiken. Tenslotte
stelt Dhahir in 1971 vast dat de acute en chronische toxiciteit
van ibogaine laag is.
Dan wordt het weer stil rond ibogaine. Ongetwijfeld omdat de U.S.A.
ibogaine in 1967 illegaal maakt en in 1970 op de lijst van de
sterk verslavende stoffen zonder medisch nut (schedule I) zet
en daarmede alle verdere onderzoek blokkeert, zoals dat ook met
LSD was gebeurd en later met MDMA zou gebeuren. Alleen in 1977
verschijnt een review artikel van Gaignault en Delourme-Houde
in een italiaans tijdschrift.
Lotsof.
Deze stilte betreft echter uitsluitend de wetenschappelijke
tijdschriften. Gelukkig kan de amerikaanse wetgeving ontwikkelingen
niet echt tegenhouden. In 1962 gebruikt de eerder genoemde amerikaan
Howard Lotsof ibogaine en stelt verbaasd vast dat zijn craving
naar heroine was verdwenen om nooit meer terug te keren. Zeven
andere heroine verslaafden die onder vergelijkbare omstandigheden
ibogaine gebruikten, overigens eveneens zonder de intentie te
hebben hiermede hun verslaving te beeindigen, ervoeren geen abstinentie-verschijnselen
en vijf van hen bleven heroine vrij. Op basis hiervan gaat hij,
aanvankelijk verborgen voor alle publiciteit verder en patenteert
ibogaine tenslotte in 1985 onder de merknaam Endabuse als geneesmiddel
tegen opiaatverslaving. Later doet hij dit ook als middel tegen
andere verslavingen zoals cocaine, alcohol, nicotine en tenslotte
"polydrug dependency syndromes". In essentie komt zijn
claim erop neer dat ibogaine in een orale dosis van 6-19 mg/kg
de afhankelijkheid onderbreekt en de patient in staat stelt gedurende
tenminste 6 maanden drugvrij te leven. Na vergeefse pogingen een
pharmaceutische industrie te vinden die ibogaine voor dit doel
wil produceren en promoten, richt Lotsof zelf een maatschappij
op NDA,Inc.
Zoals gewoonlijk ligt de amerikaanse regering dwars. Hoewel in
1989 een Senate Judiciary Commission in een concept rapport "Pharmacotherapy
for illicit drug use" aanbeval ibogaine een hoge prioriteit
voor nader onderzoek toe te kennen, komt inbogaine niet voor in
de uiteindelijke versie. Lotsof gaat door met experimenteren in
Nederland waar ibogaine niet illegaal is. I.s.m. de International
Coalition for Addict SelfHelp (ICASH) organiseert hij "afkick-reizen"
naar Nederland. Ook nederlanders maken er gebruik van. Een hunner
beschrijft de ervaring als volgt:
"Om tien uur 's morgens nam ik 1200 mg ibogaine in een capsule
met wat thee op een lege maag. Ik wachtte op een stroom van herinneringen.
Twaalf uur zijn voorbij gegaan sinds ik mijn laatste dosis heroine
nam - een achtste gram. Ik voelde me dus niet lekker.
Na ongeveer een uur begon ik roze-groene diamantvormen te zien.
Mijn lichaam was heel zwaar, maar ik ben nog in staat mij functioneren
te coordineren. Gedurende een uur wordt ik af en toe gecheckt
door de anderen om te zien of ik zwalkend begin te lopen, een
van de symptomen dat ibogaine begint tge werken. Ze zeggen me
een paar keer door de kamer te lopen. Ik doe dat op wilskracht,
geen drug kan je beinvloeden als je dat zelf niet wilt. Ik blijf
recht lopen. Door deze ervaring realiseer ik me dat dat voor alle
drugs die je kan nemen geldt. Er is een eeuwig aspect in jezelf,
dat onveranderlijk afwezig is. De conclusie was: "Waarom
neem je drugs om die staat van bewustzijn te onderdrukken?"
Ik realiseerde me ook de enorme mogelijkheden van een kristal
heldere geest.
In de volgende uren overkomen stroboscopische flitsen van herinnering
me in visioenen en geluiden. Geluiden zijn bijzonder hinderlijk
voor me omdat ze luid echoen op een trillende manier. Er is een
constant zoemend geluid in de kamer, alsof er een reusachtige
vlieg in de bovenste hoek van de kamer zit. Het doet me denken
aan Carlos Castaneda waar hij de vlieg beschrijft als een bewaker
'tussen twee werelden'. Ik heb een weerzin tegen het idee 'deze
andere wereld' te ervaren. Ondertussen heb ik haar wijdse vlakten
reeds bereikt.
Er zijn geluiden in mijn achterhoofd. Hoe meer ik mij concentreer,
hoe luider ze worden. Het geluid van een afrikaanse drum. Ik heb
onmiddelijk het visioen door de jungle van donker Afrika te lopen.
Het is alsof de rithme's altijd in mijn hoofd hebben gezeten.
Ze moesten alleen maar weer worden doorleefd. De visioenen van
Afrika maken me ongemakkelijk. Voor de eerste keer in mijn leven
accepteer ik als blanke te zijn geboren in de twintigste eeuw
in Noord Europa.
Ik zit op mijn bed en vouw mijn handen voor mijn mond, erdoor
blazend alsof ze een lange buis vormen gericht naar de grond.
Ik maak vibrerende geluiden met mijn mond, maar begrijp niet waarom.
Maanden later zal ik in Delhi een duitser ontmoeten die een australisch
instrument, een didjeridoo speelt (...) Het produceert een soort
jankend geluid dat ik in mijn hoofd hoorde onder ibogaine.
Twee uren zijn voorbij sinds ik ibogaine nam. Mijn maag is upset.
Ik geef wat over. Ik heb een visioen alsof ik door mij hersens
loop, alsof ik door een gigantisch computer-achtige archiefkast
loop. Er zijn lange smalle laden met geselecteerde collectieve
informatie, die op verzoek kunnen worden opengetrokken. Iemand
in het hotel zet een radio aan met commercials: onmiddellijk gaat
een lade in mijn brein open en alle jingles die ik in mijn leven
heb gehoord komen er als een lange song uit. Ik realiseer me de
enorme hoeveelheid bullshit die de plaats inneemt van veel belangrijker
informatie.
Vier uur na het nemen van ibogaine geef ik twee maal over en besluit
naar huis, naar Utrecht, te gaan. In de trein zie ik veel mensen
die ik ervaar als 'dood in hun hoofd'. Thuis geef ik over. Het
geeft me het idee dat ik voor de gek ben gehouden. Ik zou geen
onthoudingsverschijnselen hebben. Daarom besluit ik wat herine
te scoren, waarna ik me beter voel, hoewel nog tripperig. Overgeven
lucht op, maar alles smaakt en ruikt bitter door de ibogaine.
Later die nacht is de heroine uitgewerkt, ga ik op de bank liggen
en val in een droomachtige half wakende toestand.
Ik zie mijzelf op de bank liggen, gevolgd door een visioen van
mijzelf als foetus in mijn moeders baarmoeder. Ik ga door een
snel 'rebirthing' proces. Ik voel een enorme toegewijde liefde
van mijn ouders. Deze herinnering stelde me in staat de fouten
te accepteren, die ik dacht dat mijn ouders gemaakt hadden tijdens
mijn opgroeien. Voor de eerste keer kan ik respect voelen voor
mijn ouders, wat onze hele relatie tot een harmonieuze realiteit
maakt.
Veel andere droomflarden verschijnen. De volgende morgen wordt
ik geheel verfrist wakker, herborren en hongerig als een wolf.
Ik geef mijn heroine weg. Mijn vriend en ik beginnen onze ervaringen
te evalueren. Het is alsof nieuwe dingen op hun plaats terecht
komen. Het is alsof alle informatie in de archiefkast van je hersenen
uit de laden op een hoop is gegooid, je er 'objectief' naar kijkt
en het opnieuw opruimd, niet verwrongen door emotionele trauma's.
Het kost tijd om me te realiseren dat ik niet 'ziek' wordt. Ik
hoef niet meer voor geld te zorgen om naar de dealer te rennen...".
De wetenschap wordt weer wakker.
De publiciteit die Lotsof krijgt doet het wetenschappelijk
onderzoek weer herleven. Een nederlands onderzoekteam van de Erasmus
Universiteit olv. Dzoljic constateert in 1988 dat een door naloxon,
een krachtige opiaatantagonist, opgewekt onthoudingssyndroom bij
chronisch morfine afhankelijke ratten door toediening van ibogaine
sterk afneemt. Dit was overigens het artikel dat mijn interesse
zo opriep toen Lotsof mij dit stuurde. NIDA begint uiterst voorzichtig
interesse te tonen: op haar 51ste wetenschappelijke
bijeenkomst wordt gemeld dat ze ibogaine hebben ontvangen (van
Lotsof) en als experimentele stof (NIH 10567) hebben onderzocht.
Vastgesteld werd dat het geen opiaatachtige werking heeft en toch
het onthoudingssyndroom van opiaten vermindert. In 1991 stelt
Glick vast dat ibogaine de zelf-injectie van morfine door 'verslaafde'
ratten op een dosis-afhankelijke wijze acuut zowel als subacuut
(een dag later) remt en bij sommige ratten zelfs chronisch. In
een ander onderzoek waarbij de hoeveelheid dopamine op verschillende
plaatsen in de hersenen wordt gemeten, stellen deze onderzoekers
vast dat ibogaine het dopamine niveau beinvloedt en, belangrijker
dat deze invloed voortduurt als de ibogaine reeds is ge-elimineerd.
Broderick concludeert uit een reeks experimenten dat de invloed
van ibogaine op de dopamine en serotonine stofwisseling consistent
zijn met Lotsof's claims inzake het gebruik van ibogaine ter bestrijding
van cocaine verslaving. In hoog tempo volgen de publicaties elkaar
dan op, steeds meer de waarnemingen van Lotsof en anderen bevestigend
op het neurochemische niveau,,,,. Ibogaine blokkeert
de door morfine en cocaine opgewekte stimulering van het mesolimbische
en striatale dopamine-systeem, hetgeen het acute effect min of
meer verklaart, maar voor de chronische effecten kan geen pharmacologische
verklaring worden gevonden, tenzij alsnog zou blijken dat een
onbekende zeer langdurig werkzame metaboliet voor dit effect (op
de kappa opiaat-receptoren) verantwoordelijk zou zijn.
Goutarel3 gaat dan ook in een review in op de meer
psychologische kant van de werkzaamheid van Iboga en ibogaine.
Teruggrijpend op de ethnografische waarnemingen van zijn co-auteurs
Gollnhofer en Sillans inzake de Mitsogho-Bwiti rituelen en de
publicaties van Naranjo22 en Lotsof, benadert hij deze
vanuit psychoanalytisch oogpunt. Hij beschrijft dat Bwiti vier
stadia van de intoxicatie onderkent. Ik citeer:
"Het eerste stadium bestaat uit vage, incoherente beelden
zonder religieuze betekenis (...). Het tweede stadium wordt gekarakteriseerd
door een reeks verschijningen van dreigend uitziende dieren, die
soms uiteenvallen en soms weer snel samenvloeien. In het derde
stadium ontwikkelt de 'oneirische' visie zich duidelijk tot de
mystieke stereotypen. De neophyte wordt kalmer en kalmer, een
teken van een plezierig, vredig visioen dat zijn twijfel aan de
objectiviteit en de feitelijkheid van de waargenomen beelden is
verdwenen. (...) Het vierde stadium is datgene dat wordt gekenmerkt
door de ontmoeting met hogere spirituele entiteiten."
Goutarel benoemt de eerste stadia als in essentie Freudiaans,
maar het laatste, conform de Bwiti-interpretatie als een "bijna-dood-ervaring",
teruggrijpend op het collectieve onderbewustzijn van de stam,
derhalve meer Jungiaans, en constateert dat de psychologische
effecten beschreven door Lotsof en anderen bij het 'afkicken'
meer op dat niveau liggen.
ICASH gaat in samenwerking met Bastiaanse door met de behandeling
in Nederland van verslaafden tot einde 1993, als het noodlot toeslaat.
Een van hun patienten overlijdt enkele dagen na de behandeling.
Hoewel het overlijden forensisch wordt onderzocht, wordt geen
oorzaak vastgesteld. Onduidelijk is of dit het gevolg is van 'prutswerk'
van de toxicologische afdeling van het Gerechtelijk Laboratorium,
dat in Nederland een slechte reputatie heeft, of dat er werkelijk
niets kon worden gevonden, hoewel het feit dat het rapport zelfs
na maanden niet in het bezit komt van de Inspectie Volksgezondheid
op het eerste zou kunnen wijzen. Al met al maakt dit een voortijdig
einde aan de ibogaine-behandeling in Nederland, ook al staat verre
van vast dat het overlijden echt iets met de toepassing van ibogaine
te maken heeft. Wel wordt geconstateerd dat het toezicht door
Bastiaanse die formeel verantwoordelijk is voor de behandeling
onvoldoende is geweest.
Lotsof slaagt er in de behandeling elders voort te zetten, en
wel in Panama, waar tot op heden ibogaine-behandelingen gehhel
volgens de regels in een algemeen ziekenhuis worden toegepast.
Ook de wetenschappelijke studies worden voortgezet. Sershen bevestigt
ook chronische effecten op cocaine gebruik bij cocaine 'verslaafde'
muizen. Glick concludeert dat de lange termijn effecten van ibogaine
het gevolg moeten zijn van de acute afname van dopamine in de
nucleus accumbens, de hersenkern die als straf/beloningscentrum
fungeert en in de vigerende neurologische theorie een centrale
rol speelt in 'verslaving'. Tevens stelt hij vast dat de tremoren
welke het gevolg zijn van schade die toegebracht aan de kleine
hersenen door ibogaine indien in zeer hoge dosis (100 mg/kg, dagelijks
gedurende drie dagen) toegediend, niet optreedt bij eenmalige
toediening in de lage dosering welke door Lotsof en de zijnen
wordt gebruikt.
Maar de meest recente onderzoeken, die van Deborah Mash en medewerkers
uit Miami, maken de zaak nog interessanter: deze wijzen erop dat
de belangrijkste metaboliet van ibogaine, 12-hydroxyibogaine,
langdurig actief is. Deze stof blijkt zich te binden aan de NMDA
receptor, waarvan inmiddels bekend is dat blokkade ervan het opiaat
onthoudingssyndroom beinvloedt. Eveneens stelde ze vast dat 12-hydroxyibogaine
serotonine systeem verhoogt. Serotonine, een belangrijke nerurotransmitter
is betrokken bij stemmingsregulatie: stoffen als Prozac (een antidepressivum
en MDMA (XTC) verhogen de serotonine activiteit. Een dergelijk
effect van ibogaine's belangrijkste langwerkende metaboliet correlleert
dan met de stemmingsverbetering die impliciet aangegeven wordt
door de gebruikers van ibogaine.
Conclusie.
Alles wijst er op dat ibogaine een uiterst werkzaam middel
kan worden bij de behandeling van afhankelijkheid. Het meest interessante
daarbij is enerzijds dat deze stof, in tegenstelling tot andere
stoffen die daarbij worden toegepast, een specifiek pharmacologische
effect lijkt te hebben op het centrale neurale mechanisme betrokken
bij afhankelijkheid, ongeacht het pharmacologisch werkingsmechanisme
van de betrokken drug. Anderzijds heeft ibogaine, in tegenstelling
tot andere hallucinogenen, zoals b.v. LSD, die zijn toegepast
bij de behandeling van afhankelijkheid, een vrij universeel lijkend
onbewust psychologisch effect dat evenzeer 'afhankelijkheid' tegengaat.
We mogen Howard Lotsof dankbaar zijn voor zijn oplettendheid en
vervolgens voor het doorzettingsvermogen waarmede hij tegen de
stroom in belangstelling wist te wekken voor de eigenschappen
van ibogaine, een stof waaarvan we ongetwijfeld nog meer zulen
horen.
Top of page |
Main |
Search |
Science |
Opinion |
Literature |
Links |
Treatment |
Bookshop |
Feedback
|